Tijdens een verblijf in Mali in 2009 logeerde ik bij een goede vriend van mij Johan Wachters. Samen met een aantal Nederlandse vrijwilligers voltooide wij een project voor een Technische school in Kati. Het is daar dat ik hoorde van een Afrikaans gezegde.

¨ Water wat gevallen is op de grond kun je niet meer oprapen¨. Er zijn dus gebeurtenissen in ons leven die ons overkomen of patronen van gebeurtenissen waarvan we denken; waarom komen die telkens terug? En waarom overkomt mij dit? 

Dit Afrikaanse gezegde is de aanleiding geweest om de vele jaren daarna eerst als representant te leren, wat het betekent in verschillende rollen te staan binnen verschillende familiesystemen. En hoe deze familiesystemen werken. Maar vooral hoe ¨ het lot¨ van een voorouder of familielid kan worden doorgeven aan de volgende generatie. Dit kan een zwaar lot zijn geweest en uit loyaliteit naar deze voorouder of dit familielid dragen we dit dan graag voor de ander. Dit heeft verder niets te maken met liefde. De loyaliteit naar dit familielid is sterker! En vaak weten we niet eens dat we dit doen.

Een belangrijk uitgangspunt bij familieopstellingen is dat ieder zijn eigen lot draagt. Door je eigen lot te nemen en verantwoordelijkheid te dragen krijg je kracht.  

Ik combineer mijn opstellingen door het maken van een ´ Sajen¨ voor de voorouderlijke lijn. Hiermee open ik een verbinding om de opstelling krachtiger neer te zetten maar ook om de verbinding zuiver te maken en te houden. Ieder familielid of voorouder hoort bij een familiesysteem. En door deze ¨ Sajen¨ eer ik dus de gehele voorouderlijke lijn. Ongeacht het levenspad of het lot, iedereen hoort bij dit familiesysteem. 

We geven dus terug wat niet van ons is zodat we zelf onze plek kunnen nemen binnen het familiesysteem en ons eigen levenspad kunnen bewandelen.